De huismus is net als vorig jaar opnieuw de meest geteld tuinvogel: circa 24.000 mensen telden er afgelopen weekend zo’n 120.000 (2013: klik hier). Dat hebben Vogelbescherming en SOVON Vogelonderzoek berekend uit de tot nu toe binnengekomen telresultaten. Het aantal huismussen is de afgelopen 25 jaar gehalveerd. Tuinvogeltelling geeft een beeld waar een vogeltje het goed doet en waar minder.
Deelnemers moesten een half uur tuinvogeltjes tellen en dat op een online formulier melden. Nummer twee is de koolmees (85.000), drie de merel (60.000), vier de pimpelmees (55.000) en vijf de vink (54.000). Door het miezerige weer lieten de vogeltjes zich minder zien dan menig teller lief was. Dit jaar werden zo’n 713.000 vogeltjes geteld. De mensen kunnen hun gegevens nog tot dinsdag 12.00 uur insturen. De exacte cijfers zijn er dus nog niet, maar een paar zaken vallen op. De gevolgen van het strenge decemberweer ‘zijn duidelijk terug te zien in de telling’, aldus Vogelbescherming: ‘Zo zijn er bijzonder weinig ijsvogeltjes en winterkoninkjes geteld: twee soorten die het moeilijk hebben bij winters weer.’ Het strenge winterweer speelde vorig jaar ook al parten. Werden erin 2009 nog 353 ijsvogels geteld, in 2010 waren het er 85 en dit jaar tot nu toe slechts 36. Bij de winterkoninkjes werden er vorig jaar 10831 en dit jaar 4698 waargenomen. Tjiftjafs lieten zich dit keer helemaal niet zien: die overwinteren waarschijnlijk allemaal in warmere oorden.
Lees ook:Weekend tuinvogeltjes tellen
Lees ook:Huismus opnieuw op 1 in tuinvogeltelling
Lees ook:Nationale Tuinvogeltelling 2013
Lees ook:Internationale Vogelteldag
Lees ook:Opnieuw minder grutto’s in Nederland geteld