Afgelopen weekend was het Nationale Tuinvogeltelling 2008 (editie 2013: klik hier). Deelnemers moesten een uur lang alle vogels noteren, die ze in hun tuin of op hun balkon zagen rondfladderen. Die gegevens voerden ze in op een formulier op Internet, waaruit de ‘Nationale Tuinvogel Top-10’ tevoorschijn kwam: de huismus werd één, de koolmees twee en de merel drie.
Dezelfde drie als vorig jaar. In veel grote steden vliegen echter minder mussen rond en minder spreeuwen en kauwen. Opvallend goed gaat het met de merel, de koolmees en de vink. Er werden opvallend veel vogeltjes gezien, die normaal in Zuid Europa voorkomen, zoals kanaries, tjiftjaffen, witte kwikstaartjes en zwartkoppen. Hans Peeters, woordvoerder van de Vogelbescherming Nederland vindt het ‘nog te vroeg om hier conclusies aan te verbinden, maar het is opmerkelijk.’ Ook ijsvogels lieten zich meer zien in tuinen. De zegsman van de Vogelbescherming noemt de Nationale Tuinvogeltelling ‘een groot succes’: zaterdag kreeg de organisatie al tweemaal zoveel tellingen binnen als vorig jaar: 3000. Na twee dagen hadden in totaal ruim 10.000 mensen vogeltjes geteld.
Lees ook:Massaal tuinvogeltjes tellen
Lees ook:Tuinvogeltelling 2013: record aantal tuinvogeltjes geteld
Lees ook:Top tien Tuinvogeltelling 2010
Lees ook:Enthousiast tuinvogeltjes tellen
Lees ook:Huismus opnieuw op 1 in tuinvogeltelling
Pingback: Eerste kievietsei gevonden | Eropuit
Pingback: Vogelteldag en Werelddierendag | Eropuit