De eikenprocessierups is in aantocht: rond 13 april kruipen de eerste rupsen uit hun cocon (2014: klik hier). De koude winter deed het beestje geen kwaad; volgens deskundigen van het Eikenprocessierups Kenniscentrum heeft het de winter goed doorstaan. Vanaf 19 mei kan de rups voor veel overlast zorgen; in het zuiden iets eerder dan in het noorden, waar de winter kouder was.
De brandharen van de rups worden verspreid door de wind en kunnen klachten veroorzaken: van heftige jeuk tot ernstige irritaties aan ogen en luchtwegen. De eikenprocessierups heeft een voorkeur voor warmte, maar de eitjes hebben de winter prima overleefd. Het is de rups van een nachtvlinder die in Nederland sinds 1990 voorkomt. De rups is dol op jonge eikenbladeren en zit vooral aan de zonnige kant van zomereiken langs lanen in steden en dorpen en op campings en landgoederen. In bossen komt de rups ook voor, maar daar zorgt een beter biologisch evenwicht met natuurlijke vijanden (waaronder de sluipwesp en de sluipvlieg) ervoor dat het beest zich niet zo massaal kan verspreiden. Ze verplaatsen zich ’s nachts, op zoek naar voedsel. Dan kruipen ze in lange stroken dicht bij elkaar, wat doet denken aan een processie van mensen.
Lees ook:Eikenprocessierups is er vroeg bij dit jaar
Lees ook:Eikenprocessierups komt eraan
Lees ook:Landgoed in de schijnwerpers
Lees ook:Staatsbosbeheer: ‘Blijf zondag weg uit het bos’
Lees ook:Code rood in Brabant en Zeeland: groot brandgevaar