Die klap kwam hard aan, donderdag 4 juni 2009 om 21.00 uur: bij de eerste prognose van de verkiezingsuitslagen voor het Europese parlement bleef het muisstil in de zaal waar de PvdA bijeen was. D66 en de PVV staan op dikke winst, ten koste van andere partijen, maar vooral van de PvdA. De PVV van Geert Wilders gaat – naar het zich laat aanzien – in één klap naar 4 zetels, het CDA van 7 naar 5, de PvdA van 7 naar 4 en de VVD verliest iets, maar zou kleiner dan de PVV worden. Niet alleen de Eurosceptici (vooral de PVV) winnen, ook D66 staat – als absolute voorstander van Europa – op grote winst. Nog een positief punt: de opkomst was gelijk aan die van de vorige Europese verkiezingen. Kennelijk vonden genoeg Nederlanders de Europese politiek belangrijk genoeg om wel te stemmen: zo’n 40%.
In menig ander EU-land kan die opkomst wel eens veel uitvallen: dat zal komende zondag blijken, als de bevolking in bijna alle andere landen naar de stembus gaat. Hoe terecht veel kritiek op Europa kan zijn: de politieke partijen hadden in hun campagnes wel eens wat meer de voordelen van Europa mogen laten horen. Zonder euro waren we als klein landje in de huidige financiële crisis verloren. Anti-Europeanen zeggen dat de EEG ons alleen maar geld kost. Het schijnt ons nog geen 250 euro per burger per jaar te kosten, terwijl we er genoeg voor terugkrijgen. Dankzij de EEG leven we sinds zestig jaar in vrede: een unicum in de Europese geschiedenis. We kunnen vrij reizen: we kunnen probleemloos de grens over, hoeven er geen geld voor om te wisselen en we kunnen zó ergens anders wonen en werken, als we dat zouden willen. Kortom: in het Europa van vandaag de dag kunnen we gaan en staan waar we willen: een hóóg goed (bron: NOS tv).
Lees ook:Metropole Orkest voorlopig gered
Lees ook:Scheringa Museum komt er niet
Lees ook:PVV en D66 verdelen de vier grote steden
Lees ook:Máxima mag koningin heten
Lees ook:Hommeles op stadhuis Rotterdam