De PVV is de grootste partij geworden in Rotterdam en Den Haag. D66 in Amsterdam en Utrecht, in deze steden op de voet gevolgd door Groenlinks. De voor -en tegenstanders van Europa kozen bij de verkiezingen voor het Europese parlement duidelijk ‘ja’ of ‘nee’: eurofiel of eurosceptisch. Opvallend is de ‘verdeling’ van de vier grote steden en (hoewel al wel verwacht) het politieke middenveld liep grote deuken op. CDA en PvdA verloren fors: de tol van regeringspartijen, al hield ook oppositiepartij VVD de voeten niet droog. De opkomst viel uiteindelijk toch tegen: slechts 36,5% ging naar de stembus. In 2004 was dat nog 39,2% (bron: NOS).
De PvdA kreeg een ongelofelijk pak slaag. Het moet gezegd: een lijsttrekker als Thijs Berman (Europees lijsttrekker van de PvdA) zou zich eens moeten afvragen of hij wel de juiste man op de juiste plek is. Als hij op de vraag van de reporter over wat hij nu voelt niks beter weet te antwoorden dan: ‘Wat denk je zelf’, moet hij niet raar staan te kijken dat hem hooghartigheid wordt verweten. Politieke partijen zullen zich sowieso achter de oren moeten krabben met deze uitslag.
Bij het einddebat donderdagavond hadden de lijsttrekkers weinig weerwoord tegen Wilders, zoals ze ook in het parlement al lange tijd niet weten wat ze met de PVV aanmoeten. D66 voorman Pechtold en in mindere mate Femke Halsema van GroenLinks lukt dat nog het best, al wisten ook zij in de slotronde niet te voorkomen dat Wilders het alleen nog over de Nederlandse politiek had. ‘Ik dacht dat het over Europa ging’, riep Pechtold: te laat, want de eindtune klonk al. Wilders mijmerde hardop: zijn partij kon wel eens de grootste worden en hij premier van het land. Zelfs gespreksleider Ferry Mingelen – in de regel niet op zijn mondje gevallen – leek even van zijn à propos.
Lees ook:Nederland kiest voor én tegen Europa
Lees ook:Landelijke manifestatie Schoon Genoeg van Kernenergie
Lees ook:Geen borrel op kosten gemeente Nijmegen
Lees ook:Máxima mag koningin heten
Lees ook:Expo ‘Geert Wilders: 10 jaar mediafenomeen’