Het Van Gogh Museum heeft een nieuwe entree aan het Museumplein. Net als het Stedelijk Museum en het Rijksmuseum heeft ‘het Van Gogh‘ de voorkant naar het plein verplaatst. ‘Het Museumplein is af, volgens het bestemmingsplan mag er niets meer bij’, zei architect Hans van Heeswijk (1952) dinsdag tijdens de perspresentatie. Hij heeft onder meer de Amsterdamse Hermitage en de renovatie van het Haagse Mauritshuis op zijn naam staan. De oude entree wordt alleen nog voor grote groepen (schoolkinderen) gebruikt. De nieuwe entree gaat vrijdag 4 september officieel en zaterdag voor het publiek open. Het museum hoopt er het groeiend aantal bezoekers beter mee aan te kunnen. Was het in 1973 geopende gebouw van Rietveld berekend op 300.000 bezoekers, nu zijn het er 1.6 miljoen. De wachttijden zullen niet helemaal verdwijnen, onder meer omdat de brandweer een maximum aantal mensen in het pand toestaat.
Zie ook: Munch : Van Gogh in Van Gogh Museum
Mensen moeten bij kassa’s buiten het gebouw een kaartje kopen, maar kunnen wachten op het Sandbergplein tussen het Van Gogh en het Stedelijk. Volgens directeur Axel Rüger op zich al ‘een hele verbetering, want de lange rijen op de smalle stoep aan de drukke Paulus Potterstraat zorgden voor irritatie en gevaarlijke situaties.’ Zijn voorganger zei hem bij zijn aantreden: ‘Je zult de vijver een bron van ergernis vinden, maar denk niet dat je daar iets aan kunt doen, want dat is onderdeel van het totaalconcept.’ In 1999, toen het Museumplein op de schop ging, opende de nieuwe vleugel van de Japanse architect Kisho Kurokawa: een plek waar los van de collectie grote tentoonstellingen konden komen. Het publiek moest met de roltrap vanuit het Rietveldgebouw naar de ondergrondse verdieping, waar een vijver het oude en nieuwe deel van elkaar scheidden.
Rüger: ‘Daar konden ze na alle tumult in het Rietveld-gebouw even op adem komen om met nieuwe moed de tentoonstelling in te duiken.’ Maar de vijver was door slecht onderhoud niet om aan te zien. Het museum wilde er het entreegebouw neerzetten en kreeg uiteindelijk het groene licht van de nazaten van de inmiddels overleden Kurokawa. De Japanner Akira Yokoyama – die nauw samenwerkte met Kurokawa – ontwierp de schets voor een licht en luchtig gebouw, dat aansluit bij de ovalen vleugel, en door Van Heeswijk verder werd uitgewerkt. De vijver kreeg een glazen overkapping en veranderde in een grote ontvangsthal. Van Heeswijk: ‘Elk publiek gebouw verdient één grote lege ruimte.’
In de glasindustrie is de laatste jaren veel veranderd: glas is nu zo sterk dat alle gevelkolommen en dakbalken van glas zijn. ‘Het is het state of the art gebouw van 2015′, aldus Van Heeswijk, ‘Zo het had niet eerder kunnen worden gebouwd.’ Piece de resistance is de grote glazen binnentrap: ‘Ook dat had vijf jaar geleden nog niet gekund.’ Het museum heeft er 800 vierkante meter extra ruimte bij, met informatiebalie, garderobes en museumwinkel. De toegang naar het oude gebouw is verbreed met een extra trap. ‘s Avonds oogde de ovalen vleugel van Kurokawa nogal donker op het plein. Van Heeswijk: ‘Het Van Gogh Museum heeft nu het stralend hart van het Museumplein.’ Tot en met zondag is er een zonnebloemen-labyrint te zien, met 125.000 zonnebloemen (als verwijzing naar de 125e sterfdag van Van Gogh). Zondag worden de bloemen na afloop aan het publiek uitgedeeld.
Lees ook:Verbouwing Stedelijk Museum duurt langer
Lees ook:Van Goghs brieven, de kunstenaar aan het woord
Lees ook:Tentoonstelling ‘Munch: Van Gogh’ in Van Gogh Museum Amsterdam
Lees ook:Stedelijk Museum Amsterdam opnieuw dicht
Lees ook:Van Gogh Museum verhuist topstukken naar Hermitage