Vooral Zuid-Nederland is er klaar voor: Carnaval 2013 kan beginnen. Zondag 10 tot en met dinsdag 12 februari 2013 is het Carnaval, tot de vastentijd van veertig dagen op Aswoensdag de feestvreugde komt bederven. Dan mogen gelovigen tot Pasen alleen het hoogst noodzakelijke tot zich nemen. Carnaval was vroeger de laatste kans om je vol te proppen. Op vette dinsdag werd al het vet in huis opgemaakt, omdat het anders zou bederven. Vasten herinnert aan Jezus, die dat 40 dagen lang in de woestijn deed. Het feest bestond al langer en werd in heel Europa gevierd. De Rooms-katholieke Kerk zette het heidense Carnaval om in een katholieke traditie. Op veel plaatsen barst het feest al eerder los.
Het Latijnse carne vale betekent ‘vaarwel aan het vlees’ en carnus navalis: narrenschip (rondtrekkende clowngroepen). De Romeinen vierden het feest van de ‘satumaliën’: een drink –en eetfestijn met vermommingen, optochten en figuur die doet denken aan de tegenwoordige prins Carnaval. Pasen (dit jaar op 31 maart en 1 april) bepaalt de datum: op het Concilie van Nicea in het jaar 325 werd besloten dat Pasen voortaan viel op de eerste zondag na de eerste volle maan na het begin van de lente (21 maart). Zeven weken daarvoor is het Carnaval, van zondag tot en met dinsdag, maar hier en daar begint het op donderdag of wordt Aswoensdag erbij gepakt.
Het officiële Carnavalsseizoen begint 11 november (elfde van de elfde) om 11.11 uur (11 is het ‘gekkengetal’). Carnaval was altijd het feest om je te vermommen, om anoniem uit je dak te gaan. Het wordt ten Zuiden van de rivieren gevierd en in katholieke enclaves in het noorden. Elke stad of dorp in Noord-Brabant heeft zijn Carnavalsnaam en vereniging. Limburg benoemt de plaatsen in het plaatselijke dialect. De oudste Carnavalsvereniging van ons land zetelt in Venlo: ‘Jocus’ uit 1842. Iedere vereniging kiest jaarlijks een nieuwe prins Carnaval uit haar midden, die tijdelijk ‘de macht’ overneemt en organiseert een Carnavalsoptocht (klik hier voor de lijst) en stads- en dorpsfeesten. Beroemd zijn de feesten in steden als Maastricht, Eindhoven, Tilburg en Den Bosch en de Boètegewoeëne Boètezitting in Venlo.
Veel steden hebben ieder jaar een eigen Carnavalslied in het plaatselijke dialect, met lokale verwijzingen en knipogen richting plaatselijke politiek. Carnavalskrakers worden overal gezongen (zoals Mien, waar is mijn feestneus er ooit één was van Toon Hermans). Daarnaast is het feesten geblazen in cafés en bij verenigingen. Limburg kent op woensdag de Oude Wijven Nacht, een Rijnlandse traditie: dan zijn de straten het domein van vrouwen. Ze vernederen rondlopende mannen, knippen hun stropdassen af en jagen ze weg. Ten Noorden van de rivieren wordt Carnaval gevierd in katholieke streken (zoals Twente) en enclaves in protestante gebieden (zoals in de Achterhoek, de Bollenstreek en West- 2013 gaat los Friesland).
Lees ook:Carnaval – het feest voor vastentijd – barst los
Lees ook:Carnaval – feest voor de vastentijd begint
Lees ook:Carnaval 2011 barst los
Lees ook:Carnaval: het feest voor vastentijd
Lees ook:Carnaval: feesten tot de vastentijd vanaf Aswoensdag begint