Museum de Fundatie Zwolle presenteert: Van Gogh tot Cremer, Nederlandse kunstenaars in Parijs

3908.museum_de_fundatie_zwolle_foto_pedro_sluiter[1]Zaterdag 13 september tot en met 4 januari toont Museum de Fundatie in Zwolle ‘Van Gogh tot Cremer – Nederlandse kunstenaars in Parijs’: een tentoonstelling over de pelgrimage van Nederlandse kunstenaars naar Parijs, die eind 19de eeuw op gang kwam en duurde tot eind jaren ’50. Honderden schilders, beeldhouwers en tekenaars uit Nederland, zoals Vincent van Gogh, Kees van Dongen, John Rädecker, Piet Mondriaan, Charlotte van Pallandt, Karel Appel en Jan Cremer, verbleven korter of langer in Parijs. De één liet zich door de stad zelf inspireren, de ander door de internationale avant-garde. Bij terugkeer naar Nederland namen ze allemaal een stukje Parijs met zich mee in hun werk. Daarmee geeft de tentoonstelling een overzicht van het Nederlandse modernisme, maar ook een beeld van Parijs als kunsthoofdstad van de wereld (bron: persbericht).

Aanleiding is het schilderij De molen ‘Le Blute Fin’ van Vincent van Gogh uit 1886, dat in 2010 in de collectie van Museum de Fundatie werd ontdekt: hét voorbeeld van de start van het modernisme in Nederland onder invloed van Parijs. Van Gogh, die aan de wieg stond van de moderne kunst, maakte het kort na aankomst in de lichtstad in maart 1886. Het kleurrijke doek is een kantelpunt zijn oeuvre: voor het eerst verruilde hij de kunst van het verleden voor die van zijn eigen tijd. Hier legde hij de basis voor het stralende palet en de nerveuze toets die zijn latere stijl karakteriseren. Het was geen toeval dat dit gebeurde in de Franse hoofdstad, eind 19de eeuw (‘La Belle Époque’) hét mondiale centrum van kunst en cultuur., met de crème de la crème van de kunst. Hier bevonden zich toonaangevende kunstcritici, kunsthandelaren en klanten, maar ook musea, monumenten, boulevards, pleinen en parken, theaters, cafés én vrouwen. Dit alles oefende op de Nederlanders een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit. ‘Ge zult heel wat te vertellen hebben aan de lui in Holland van wat ge in Parijs zaagt’, schreef Van Gogh in 1888 in een brief aan collega-schilder Arnold Koning.

In zijn voetspoor volgden kunstenaars als Kees van Dongen, Jan Sluijters en Leo Gestel, die via het fauvisme van Matisse de Nederlandse schilderkunst verrijkten met hun expressieve kleuren. Piet Mondriaan kwam in Parijs in aanraking met het kubisme van Picasso en Braque en ontwikkelde van daaruit zijn unieke visie op de schilderkunst. De broers Bram en Geer van Velde vertrokken begin jaren ’20 naar Parijs. Bram van Velde schreef: ‘Parijs dringt onophoudelijk door tot het diepste van je innerlijke wezen, alleen zo is het mogelijk tot werk te komen wat de tijdspanningen beheerst.’ Net als Van Dongen en anderen, werden de Van Velde´s op den duur zelfs Fransen onder de Fransen. Speciale aandacht besteedt de Fundatie aan de vernieuwende Nederlandse beeldhouwkunst in de jaren ’20 en ’30. Aangetrokken door het impressionisme van Rodin en het modern-classicisme van Maillol, wisten kunstenaars als John Rädecker en Charlotte van Pallandt zich in Parijs te bevrijden van de dominante bouwsculptuur: beeldhouwkunst in dienst van architectuur. Zij baanden de weg voor een autonome Nederlandse beeldhouwkunst, die na 1945 pas echt goed op gang kwam en toen opnieuw onder invloed van de ontwikkelingen in Parijs haar eerste bloeiperiode doormaakte.

Na de Tweede Wereldoorlog gaf Cobra, met Constant, Karel Appel en Corneille, vanuit Parijs de moderne kunst een nieuwe impuls. In de jaren ’50 was de voormalige leerlooierij aan de rue Santeuil 20 door Appel en Corneille omgebouwd tot ateliercomplex: een Nederlandse kunstkolonie, te vergelijken met de Bateau-Lavoir in Montmartre van Picasso uit het begin van de eeuw. Geïnspireerd door Cobra en de Art Informel van Jean Dubuffet kwamen daarna schilders als Bram Bogart en Jaap Wagemaker. De nog piepjonge Jan Cremer begon eind jaren ’50 zijn schilderscarrière in Parijs. Met zijn ‘peinture barbarisme’, woeste schilderijen met soms centimeters dikke verflagen, plaatste hij zichzelf met één klap in de frontlinie van de kunst. Toen in de jaren ’60 New York de voortrekkersrol van Parijs overnam op het gebied van de beeldende kunst, vertrok Cremer daarheen. Maar het artistieke gezicht van Nederland was toen al voorgoed veranderd, en dat was ooit begonnen in Parijs. Het museum in Paleis a/d Blijmarkt in Zwolle is dinsdag tot en met zondag te bezoeken van 11.00 tot 17.00 uur. Tickets: zie website.

 

Lees ook:Van Gogh Museum: ‘Nederlanders in Parijs 1789 – 1914′
Lees ook:Al 100.000 bezoekers op ‘Picasso in Parijs’ in Van Gogh Museum
Lees ook:CREMER IN VERF in Museum de Fundatie
Lees ook:Van Gogh Museum – Picasso in Parijs
Lees ook:Uitmarkt 2017: Van Gogh Museum presenteert interactieve 3D-versie van ‘Amandelbloesem’

Geen reacties // Reageer

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>