Het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland is afgetreden. Dat heeft de commissaris van de Koningin, Harry Borghouts, bekendgemaakt. De bankencrisis heeft het college de das omgedaan. De provincie verloor 78 miljoen euro, doordat het geld op spaarrekeningen in IJsland was gezet. Noord-Holland had maar liefst 98 miljoen euro bij crisisbanken staan. Vorige week concludeerde een onderzoekscommissie dat het college de eigen regels had overtreden: er was geen controle op de geldstromen geweest.
Tussen april 2007 en oktober 2008 was geen risicomanagement gevoerd en er was onvoldoende grip op de schatkistbewaarder. Ook de motieven voor een lening van 50 miljoen euro bleken onduidelijk, aldus de commissie. De VVD-fractie eiste het vertrek van de eigen VVD gedeputeerde Hooijmaijers, politiek verantwoordelijk voor de blamage. Daarop stapten de andere zes gedeputeerden (van CDA, PvdA en GroenLinks) ook op. Het college wast haar handen in onschuld, door te verklaren dat ‘er geen handelingen zijn gepleegd die het aftreden noodzakelijk zou maken’, maar vindt dat ingrijpende gebeurtenissen politieke consequenties moeten hebben. De Commissaris van de koningin stapt niet op.
Lees ook:Scheringa Museum komt er niet
Lees ook:Máxima mag koningin heten
Lees ook:Westkust Texel krijgt monumentenstatus
Lees ook:Hommeles op stadhuis Rotterdam
Lees ook:‘Ik ben trots op mijn Werelderfgoed’ – pop-up stores in Noord-Holland