Maandag 13 tot en met zondag 19 april is het de Week van de Teek (2016: klik hier). Onder het motto ‘voorkomen is beter dan genezen’ wordt er aandacht gevraagd voor teken, tekenbeten en kwalijke gevolgen daarvan, zoals de ziekte van Lyme. De week wordt georganiseerd door de GGD, Stigas, Vereniging voor Lymepatiënten, FNV en Natuurmonumenten.
De ziekte van Lyme heeft zich in de afgelopen 20 jaar verviervoudigd. De gevreesde insecten leven het liefst in gemengde loofbossen met een ondergroei van varens en bosbessen, maar ook in dennenbossen, duinen en parken, vooral als er hoge grassen onder de bomen staan. Teken kruipen rond in gras en struikgewas en zitten op huisdieren, vogels, wild en kadavers. Het zijn de gevaarlijkste insecten die in Nederland voorkomen. Vlooien en teken zijn er altijd, maar worden actief als het warmer wordt en het vochtig is: vaak als de lente begint.
Het aantal teken in ons land groeit. Door de zachte winters rukken teken naar het noorden op. Teken zien eruit als kleine spinnetjes. Ze zijn klein, maar als ze zich volzuigen met bloed, zwellen ze op tot donkerrode bolletjes. Mensen in korte broek zijn een makkelijker prooi: een lange broek met sokken over de broekspijpen kan helpen. Veel teken zijn besmet met de Borelia bacterie: dan kan een tekenbeet de ziekte van Lyme veroorzaken, een infectieziekte die begint met huidproblemen, maar kan verergeren: aantasting van het zenuwstelsel, spier- en hartproblemen. Als een teek binnen 24 uur wordt verwijderd, is er meestal niks aan de hand, maar het raadzaam zo’n plek in de gaten te houden en naar de dokter te gaan, als de plek rood blijft.
Lees ook:Week van de Teek 2014
Lees ook:Week van de teek 2012
Lees ook:Week van de Teek 2011
Lees ook:Week van de Teek
Lees ook:De Week van de Teek