Nationale Tuinvogeltelling 2014

Zaterdag 18 en zondag 19 januari  organiseert Vogelbescherming Nederland voor de elfde keer de Nationale Tuinvogeltelling (2015: klik hier). Deelnemers noteren een half uur lang alle vogels die ze in hun tuin of op hun balkon zien. Scholen tellen mee tussen 6 en 17 januari. Alle tellingen leiden bij elkaar opgeteld tot de Tuinvogel Top-10 van 2013. Iedereen kan eraan meedoen: op ieder moment van de dag, een half uur lang, vanaf een plek waar vogeltjes goed te zien zijn.  Op de website staat beschreven hoe precies geteld moet worden. De resultaten worden ingevuld op een scorelijst.

Vogels gelden als een graadmeter voor de kwaliteit van de leefomgeving. Gaat het goed met de vogels in een stad, dan gaat het goed met het groen in de omgeving.  Vorig jaar eindigde de huismus net als de jaren ervoor op nummer 1. Toen telden ruim 70.000 mensen telden meer dan 1,3 miljoen vogeltjes in 49.000 tuinen; voor het eerst meer dan 1 miljoen. Het winterweer had veel invloed: vogels die normaal buiten de bebouwde kom leven, waren toen in de tuin te zien. Net als voorgaande jaren stonden de koolmees en de merel op nummer 2 en 3. Er werden ook bijzondere vogels waargenomen, zoals haviken, uilen, ijsvogels, zwarte spechten en pestvogels.

Zie ook: Vogeltentoonstelling 2014 in Apeldoorn

Lees ook:Nationale Tuinvogeltelling 2013
Lees ook:Nationale Tuinvogeltelling 2012
Lees ook:Massaal tuinvogeltjes tellen
Lees ook:Tuinvogeltelling 2017 – zaterdag 28 en zondag 29 januari
Lees ook:Nationale Tuinvogeltelling 2011