Aankomend voorjaar (3 maart t/m 11 juni) staat het Van Gogh Museum in het teken van Prints in Paris 1900. Van elitair tot populair: een groots opgezette tentoonstelling van de fin de siècle prentencollectie van het museum: prenten die als ‘hoge kunst’ alleen te zien waren in privécollecties van de elite, chique theaters en exclusieve galeries, maar ook beroemde affiches als Le Chat Noir en Le Moulin Rouge, die de publieke ruimte vulden op boulevards en in cafés. De tentoonstelling brengt beide werelden bij elkaar en geeft een rijk geschakeerd beeld van het opwindende Parijse culturele leven eind 19e eeuw (bron: persinformatie).
7 juli t/m 10 september: In het bos. Van Gogh, Rouseau, Corot (voorlopige titel): bosgezichten en landschappen van Vincent van Gogh en schilders als Théodore Rousseau en Camille Corot die het bos van Fontainebleau in trokken om het ongerepte landschap te schilderen. Ze hadden een voorliefde voor het weergeven van bomen, begroeiing en het spel van licht en schaduw op het gebladerte en de grond. Ook Van Gogh werkte zoveel mogelijk buiten in de natuur en richtte graag zijn blik op bomen, bosgrond en kreupelhout. Hij wilde het bos schilderen op zo’n manier dat ‘men er in ademen en rondwandelen kan – en het bosch ruikt’.
-
13 oktober t/m 7 januari 2018: Nederlanders in Parijs. Breitner, Van Gogh, Mondriaan: Parijs oefende in de 19de eeuw een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit op Nederlandse kunstenaars als Jan Sluijters, Kees van Dongen, Piet Mondriaan en natuurlijk Vincent van Gogh. In Nederlanders in Parijs toont het Van Gogh Museum voor het eerst op grote schaal de wisselwerking tussen deze Nederlandse en Franse kunstenaars als Pablo Picasso en Claude Monet en wat de gevolgen van die wisselwerking waren voor de Nederlandse en Franse kunst. En passant toont de expositie de veelzijdige mogelijkheden die de stad bood aan jonge kunstenaars om een opleiding te volgen en carrière te maken, waaronder de ‘École des Beaux-Arts’, de ateliers van privédocenten, de jaarlijkse Salontentoonstellingen en de Parijse kunsthandel.
-
VOORUITBLIK OP 2018: 23 maart t/m 24 juni, Van Gogh & Japan: Van Gogh schiep zijn eigen beeld van Japan door het bestuderen van Japanse kunst, het lezen erover, het verzamelen en kopiëren van prenten en de discussies over de esthetische kwaliteit ervan met andere kunstenaars. Hij gebruikte de Japanse prenten om zijn eigen werk een nieuwe richting te geven. De tentoonstelling ontrafelt hoe hij het Japanse voorbeeld naar zijn eigen hand zette en zich op deze wijze definieerde als modern kunstenaar. De tentoonstelling opent op 26 augustus 2017 in het Hokkaido Museum of Modern Art in Sapporo en reist daarna naar Tokyo (Tokyo Metropolitan Art Museum) en Kyoto (The National Museum of Modern Art).
-
De Mesdag Collectie Den Haag is sinds 1990 onderdeel van het Van Gogh Museum. Op het programma voor 2017 staan:
Nog t/m 5 maart: Cromheecke tekent Daubigny. Een kunstenaarsleven verbeeld (klik hier).
26 april t/m 18 juni: Urban Larsson: naar het leven geschilderd. Een selectie van het werk van Urban Larsson (1966, Stockholm). Deze van oorsprong Zweedse kunstenaar woont al meer dan 25 jaar in Amsterdam en houdt atelier op het Prinseneiland, in de voormalige studio van George Hendrik Breitner. In al zijn portretten benadrukt Larsson het belang van het schilderen naar model. Hij combineert daarbij een sterk naturalisme met bezieling. Ook zijn landschappen en stillevens worden gekenmerkt door een harmonieuze, uitgewogen compositie, en een subtiel spel van licht en schaduw.
27 oktober t/m 7 januari 2018: Nederlanders in Barbizon (voorlopige titel). De tentoonstelling sluit thematisch aan bij de expositie Nederlanders in Parijs. Breitner, Van Gogh, Mondriaan in het Van Gogh Museum en besteedt aandacht aan de Nederlandse kunstenaars die naar de omgeving van het Franse dorp Barbizon trokken. Van Gogh schreef in 1883 aan zijn broer Theo: ‘Denk om Barbizon, die historie is subliem’. Niet eerder richtte een tentoonstelling zich volledig op de Nederlandse reactie op de befaamde School van Barbizon en hierbij wordt ook de rol van Hendrik Willem Mesdag belicht. Door zijn collectie konden Nederlandse kunstenaars de Barbizonkunst met eigen ogen aanschouwen en dit had een grote invloed op de ontwikkeling van de Haagsche School.
Lees ook:‘Nederlanders in Barbizon. Maris, Mauve, Weissenbruch’ – vanaf 27 oktober in De Mesdag Collectie Den Haag
Lees ook:Van Gogh Museum: ‘Nederlanders in Parijs 1789 – 1914′
Lees ook:Uitmarkt 2017: Van Gogh Museum presenteert interactieve 3D-versie van ‘Amandelbloesem’
Lees ook:De Mesdag Collectie: ‘Nederlanders in Barbizon. Maris, Mauve, Weissenbruch’
Lees ook:‘Van Gogh, Rousseau, Corot: In het bos’. Bosrijke zomertentoonstelling t/m 10 september