Het Koninklijk Concertgebouw Orkest (KCO) bestaat dit jaar 125 jaar. Op 3 november is het officiële verjaardagsfeest, maar donderdag 17 januari was de aftrap van het jubileumjaar met een openingsconcert. Het symfonieorkest gaat dit jaar op wereldtournee. Het KCO heeft internationaal een grote naam: in 2008 riep het gerenommeerde muziektijdschrift Gramophone het KCO uit tot beste orkest ter wereld. Bij het eeuwfeest in 1988 kreeg het orkest het predicaat Koninklijk. Prinses Máxima is beschermvrouwe.
Het orkest werd in 1888 opgericht als onderdeel van het Concertgebouw, dat in dat jaar openging. Sinds 1951 staan orkest en gebouw los van elkaar, maar het gebouw tegenover het Museumplein bleef de thuisbasis. Aan het begin van de 20e eeuw kreeg het orkest een voorliefde voor stukken van Gustav Mahler. Zelf kwam hij geregeld naar Amsterdam: hij dirigeerde elf keer zijn eigen symfonieën voor het orkest. Bepalend oor de hoge kwaliteit zijn de alom geroemde akoestiek van het gebouw en de invloed van chef-dirigenten. Het KCO had er slechts zes: Willem Kes (tot 1895), Willem Mengelberg (tot 1945), Eduard van Beinum (606 1959), Bernard Haitink (tot 1988), de Italiaan Ricardo Chailly (tot 2004) en sindsdien Mariss Jansons uit Letland.
Lees ook:Concertgebouworkest beste ter wereld
Lees ook:Concertgebouw Prijs 2017 voor Radio Filharmonisch Orkest en Groot Omroepkoor
Lees ook:Aurora Orchestra maakt Nederlands debuut in Het Concertgebouw
Lees ook:Concertgebouworkest 125 jaar
Lees ook:Concertgebouw viert feest met Sterrengala