Aswoensdag is de eerste dag van de vastenperiode van 40 dagen tot Pasen (2012: klik hier). Het is de dag na carnaval. Vroeger bestond er geen carnaval in de zuidelijke provincies: de avond voor Aswoensdag was het ‘vastelaovend’: vastenavond. Dan was het feest: mensen speelden ruwe spelletjes met dieren, zoals gansrijden en katknuppelen en dansten verkleed en gemaskerd. Het was de laatste kans om je vol te proppen. Op vette dinsdag werd al het vet in huis opgemaakt, omdat het anders zou bederven. De drank vloeide rijkelijk en er werden spekpannenkoeken en oliebollen gegeten. De dag daarna, woensdag, was uit met de pret. In de veertig dagen tot zaterdag voor Pasen (‘Stille zaterdag’) leefden de mensen sober: ze aten alleen het hoogst noodzakelijke.
Het askruisje is een teken van bezinning en boetedoen: een voorbereiding op Goede vrijdag en Pasen. As is een teken van menselijke gebrekkigheid en sterfelijkheid, maar ook van nieuw leven. In vroegere tijden werd met as gewassen: as heeft een reinigende kracht. Ook het afbranden van de stoppels op de akkers maakt de grond vruchtbaar. Aswoensdag en Goede vrijdag zijn sinds het tweede Vaticaanse Concilie verplichte vastendagen voor katholieken. Alle gedoopten van 18 tot 60 jaar mogen dan maar één maaltijd nemen. Wie kan, vast ook op andere dagen, zoals de zaterdag voor Pasen en de vrijdagen in de veertigdagentijd.
Lees ook:Aswoensdag – het einde van carnaval
Lees ook:Haringhappen op Aswoensdag
Lees ook:Aswoensdag – uit met de carnavalspret
Lees ook:Aswoensdag – het einde van carnaval
Lees ook:Haringhappen op Aswoensdag
Pingback: Palmpasen: de laatste zondag voor Pasen | Eropuit
Pingback: Storm domper voor Halfvastenfeest Zeeland | Eropuit