In januari 1740 vertrok VOC-schip De Rooswijk van Texel naar Indië, volgeladen met munten en zilver en met 350 mensen aan boord. Bij Kent liep het schip op de Goodwin Sands en zonk naar de zeebodem. De bemanning kwam om. Na bijna 300 jaar wordt het schip opgegraven door Nederlandse en Engelse archeologen.
De overheid trekt er 2 miljoen euro voor uit. Volgens het verdrag van Malta is het wrak beschermd, maar het wordt bedreigd omdat de bodem onder het wrak wegspoelt en door een zandwinningsproject dat eerdaags begint. Daarnaast zijn er kapers op de kust: individuele duikers kunnen nu nog kijken of er wat van hun gading aanwezig is. Vanaf 1 juli doet een speciaal team extra onderzoek naar het wrak en haalt spullen uit het schip boven water. Volgens de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed is het wrak van onschatbare waarde om meer over de VOC-periode te weten te komen.
Lees ook:Belangrijke vondst middeleeuws scheepswrak bij Kampen
Lees ook:Vermiste Urker kotter ‘Morgenster’ in Het Kanaal gevonden
Lees ook:Lege veerpont zinkt bij Texel
Lees ook:Vrachtschip gezonken in Markermeer
Lees ook:Duikvaker in Expo Houten