Zondag 16 maart 2008 (2014: klik hier) is het Palmpasen: de laatste zondag van de vastenperiode en de zondag voor Pasen. Het is het begin van de Passietijd, of de Goede Week. Op Palmpasen wordt de blijde intocht van Jezus Christus in Jerusalem gevierd. Palmzondag wordt sinds 1969 ook wel Passiezondag genoemd: tot dat jaar viel deze zondag op de tweede zondag voor Pasen. Kinderen lopen met Palmpasen rond met een palmpaasstok: een versierde stok, waaraan vijgen, slingers, vlaggetje, bloemen en geschilderde eieren hangen. Bovenop kraait een haantje van brood. Vooral in Twente en de Achterhoek leeft deze traditie nog.
In de Rooms-Katholieke kerk worden met Palmpasen palmtakken gewijd, in onze streken zijn dat vanwege het klimaat buxustakken. Na de wijding volgt een processie met gezang, dat herinnert aan het volk dat Jezus met gejuich binnenhaalde in Jerusalem. De muziek heeft – zoals trouwens de hele dag – een verdrietige ondertoon, omdat datzelfde volk hem op Goede Vrijdag uitjouwde. Na de mis worden de gewijde palmtakken achter het kruisbeeld gestoken. In de protestantse kerken leggen de mensen een openbare belijdenis af van het geloof. Sommige kerken doen dat met Pinksteren.
Lees ook:Palmpasen – het eind van de vastenperiode
Lees ook:Palmpasen – laatste zondag voor Pasen
Lees ook:Palmpasen, de zondag voor Pasen
Lees ook:Palmpasen 2012
Lees ook:Palmpasen – laatste zondag voor Pasen